• Algemene instructies - Veiligheidsinstructies
  • Veiligheid voor alles – Algemene veiligheidsinstructies
  • Lijst met verwittigings-, verplichtings- en verbodssymbolen
  • Verwittigings labels
  • Machine typeplaatje
• Technische karakteristieken
• Gebruik

1.1. Eigenschappen

• 1.1.1. Verspanend graveren
• 1.1.2. Diamant graveren (krassen)

1.2 Namen van onderdelen en functies

• 1.2.1. Vooraanzicht
• 1.2.2. Achteraanzicht
• 1.2.3. Virtueel toetsenbord

2.1. Installatie omgeving

2.2. Uitpakken

• 2.2.1. Uitpakken
• 2.2.2. Controle van de inhoud van de doos

2.3. Kabel aansluitingen

• 2.3.1. Controleer de voedingsspanning
• 2.3.2. Verbind de voedingskabel
• 2.3.3. Verbind de X-300 met je computer of netwerk

2.4. De software installeren

• 2.4.1. Systeem vereisten
• 2.4.2. Configureer de PC ethernetpoort
• 2.4.3. Installeer de Cyborg virtuele pendent
• 2.4.4. Registreer en start de Cyborg pendent software
• 2.4.5. Installeer en registreer de “Symmetry” graveersoftware
• 2.4.6. Gebruik software van andere fabrikanten

3.1. De hoofdschakelaar aan en uit zetten

• 3.1.1. De hoofdschakelaar aanzetten
• 3.1.2. De hoofdschakelaar uitzetten

3.2. Het graveermateriaal vastleggen op de graveertafel

• 3.2.1. Gebruik de standaard voorziene vlakke graveertafel
• 3.2.2. Gebruik de “MultiMat” zelfklevende mat
• 3.2.3. Gebruik de optionele “autocentrerende spanvijs”
• 3.2.4. Gebruik de optionele “Vacuüm tafel”

3.3. Een freesje afstellen

• 3.3.1. Hoe gebruik je de freesstand om freesjes te calibreren
• 3.3.2. Een graveerfrees afregelen
• 3.3.3. Een freesje afregelen om door te frezen
• 3.3.4. Een diamantfreesje afregelen
• 3.3.5. Hoe haal je een freesje uit de spindel

• 3.4.1. Graveren met de floating graveerneus
  • 3.4.1.1. Calibreer de diepte regelneus en de freesstand
  • 3.4.1.2. Hoe gebruik je de diepte regelneus
    • in combinatie met Auto Z controle
    • zonder Auto Z controle
  • 3.4.1.3. Hoe gebruik je de spindel veerdruk
• 3.4.2. Graveren zonder de floating graveerneus
  • 3.4.2.1. Bepalen van de Z-as offset bij het automatisch instellen van het plaatoppervlak
  • 3.4.2.2. Instelling om de in Symmetry ingestelde graveerdieptes te gebruiken
  • 3.4.2.3. De veerdruk blokkeren om zonder diepte regelneus te graveren
  • 3.4.2.3. Automatisch de plaatoppervlakte bepalen met ontgrendelde veer en graveren met vergrendelde veer
• 3.4.3. Graveren zonder floating graveerneus op een reliëf
  • 3.4.3.1. Instelling om de in Symmetry ingestelde graveerdieptes te gebruiken
  • 3.4.3.2. De oppervlakte digitaliseren (surface mapping) met ontgrendelde veer
  • 3.4.3.2. Automatisch de plaatoppervlakte bepalen met ontgrendelde veer en graveren met vergrendelde veer (zie 3.4.2.3.)
  • 3.4.3.2. Het plaatoppervlak bepalen met vergrendelde veer (zie 3.4.2.3.)

• 3.5.1. Voedingssnelheden en toerentallen
• 3.5.2. Metalen bidirectioneel graveren
• 3.5.3. Snelheden en toerentallen aanpassen
• 3.5.4. De Pauze knop
• 3.5.5. De graveerjob wissen
• 3.5.6. De graveerjob herstarten

• 3.6.1. Toetsenbord overzicht
  • Inleiding - Algemeen overzicht
  • Functietoetsen
  • Instellingen venster
• 3.6.2. Oorsprongspunten instellen en bewaren
• 3.6.3. Kies een Z mode

• 4.2.1. dagelijks onderhoud
• 4.2.2. wekelijks onderhoud
• 4.2.3. maandelijks onderhoud
• 4.2.4. jaarlijks onderhoud

• 4.3.1. Vervang de spindel tandriem
• 4.3.2. Opspannen van tandriemen
• 4.3.3. De portaal afdekkap verwijderen

5.1. De machine initialiseert niet

5.2. De spindel draait niet

5.3. De graveerresultaten zijn niet goed

5.4. Er is geen verbinding tussen machine en computer

• 7.1. Vacuum converter
• 7.2. Autocentrerende spanvijs
• 7.3. Spanklemmen voor de spanvijs
• 7.4. Output signaal om een stofzuiger aan en uit te schakelen aan het begin en het einde van een job
• 7.5. Output signaal om een extern toestel aan en uit te schakelen aan het begin en het einde van een job

A. Thesaurus: een samenvatting met specifieke terminologie betreffende computergraveren zoals gebruikt in deze handleiding.

B. G-code en M-code protocol voor de Cyborg controller.